Eerste indrukDe eerste indruk zou na de signalering kunnen zijn dat er sprake is van ADHD. Maar dat hoeft zeker niet altijd het geval te zijn, ook al doen de waargenomen symptomen dit vermoeden. De concentratieproblemen kunnen door tal van andere factoren veroorzaakt worden. Ook beweeglijkheid en impulsiviteit kunnen een andere oorzaak hebben dan ADHD. VermoedensMen kan verschillende vermoedens (hypotheses) hebben met betrekking tot de oorzaak (oorzaken) van het gesignaleerde gedrag. Andere vermoedens zouden kunnen zijn dat de leerling overvraagd wordt en dat er niet wordt aangesloten bij zijn mogelijkheden. Deze verschillende hypotheses vragen steeds om een ander onderzoek. De volgende vragen kunnen als mogelijke ‘beslisboom’ fungeren. |
||
Vragenlijst omgevingsfactorenOm zicht te krijgen op mogelijke omgevingsfactoren die het concentratievermogen van de leerling in negatieve zin kunnen beïnvloeden kan gebruik gemaakt worden van de vragenlijst omgevingsfactoren concentratie.
Verkorte CTRS-Lijst
Tijdsteekproefformulier Om zicht te krijgen op de ernst van de zwakke taakwerkhouding en de concentratieproblematiek kan een gerichte observatie uitgevoerd worden met een zogenaamd tijdsteekproef-formulier.
De uitkomsten van de hier beschreven mogelijkheden kunnen aanleiding zijn tot een sterk vermoeden van ADHD. De diagnose ADHD kan uitsluitend door een gespecialiseerde kinderarts, kinderpsychiater, kinderpsycholoog of kinderneuroloog gesteld worden. Hoe de diagnose ADHD verder tot stand komt, komt in Diagnostiek aan de orde. |