Bij pesten kan een onderscheid worden gemaakt tussen incidenteel en structureel pesten. Incidenteel pesten: af en toe pesten. Een enkele opmerking, steek of sneer, een enkele duw, een enkele keer een voet uitsteken…
Er zijn verschillende vormen om een slachtoffer te pesten. Deze pesterijen kunnen verbaal, fysiek, materieel,mentaal of sociaal geuit worden.
Verbale pesterijen:
- schelden/scheldnamen geven
- bijnamen geven
- kwalijke opmerkingen, zoals: “Doe niet zo dom joh, sukkel”.
- na-apen, praten met dezelfde intonatie en woordkeuze
- naroepen/uitlachen/belachelijk maken bijvoorbeeld:
– neus dichtknijpen als de “zondebok” passeert
– “Jimmy, ha, ha, heeft weer in z’n bed geplast!”
– “Hé, bruine, ben je in de poep gevallen?”
Fysieke pesterijen:
- trekken aan het haar
- schoppen, slaan, krabben
- prikken met de pen
- pootje haken
- kopje onder duwen in het zwembad
- omduwen bij het fietsen
Materiële pesterijen:
- stukmaken/afpakken/verstoppen van eigendommen, bijvoorbeeld:
- fietsbanden leeg laten lopen
- pen vernielen of verstoppen in het kastje van een ander
- tas afpakken (of onder de tafels doorschuiven naar de andere hoek van de klas)
- snoep/brood afhandig maken en snel zelf opeten
Mentale pesterijen:
- bedreigingen of dingen laten doen
Sociale pesterijen:
- uitsluiten van groepsspel of sportactiviteit
- nadoen, imiteren (bij voorkeur: sterk overdreven) bijvoorbeeld:
– achter iemand aanlopen
– bekken trekken
Vooral door verzwijging duren pesterijen meestal lang voort. Pestgedrag is niet iets wat één of enkele keren voorkomt, maar kan zich lang voortslepen. Het kan maanden tot soms zelfs jaren doorgaan. Het is natuurlijk niet leuk als je een van bovenstaande pesterijen moet ondergaan.
Het gepeste kind zal zich al snel schamen en het niet vertellen, thuis noch op school.